Windenergie – het beleid van de NMF Limburg

Beleid windenergie binnen NMF Limburg

Een versnelling in de overgang naar duurzame energie is essentieel. Windenergie speelt hierin een belangrijke rol. We krijgen regelmatig vragen over het standpunt van de NMF Limburg ten opzichte van windenergie. In het verleden heeft de NMF gewerkt met een zogenaamde windkaart. Deze windkaart doet geen recht aan de complexiteit van het vraagstuk van de ruimtelijke inpassing. In dit bericht willen we uitleggen hoe we omgaan met deze ruimtelijke inpassing van windenergie, en hoe we dat in onze bijdrage aan het Provinciaal Omgevingsverordening Inspraakdocument (POVI) hebben toegelicht.

Waarom we de windkaart niet meer gebruiken

In de windkaart van de NMF werd een aanzet gedaan tot het identificeren van geschikte en minder geschikte gebieden voor het inrichten van windenergieparken. De kaart is in 2024 nog geactualiseerd en afgestemd met terreinbeherende organisaties. Voor intern gebruik blijft hij bruikbaar, maar we hebben besloten om hem niet langer extern in te zetten. Daar zijn goede redenen voor:

  • Discussie over afstandsnormen: Er is veel debat over welke afstandsnormen gehanteerd moeten worden. Deze normen zijn cruciaal voor het bepalen van geschikte locaties, maar worden niet eenduidig geïnterpreteerd.
  • Ecologische beperkingen niet goed zichtbaar: Bepaalde risico’s, zoals bijvoorbeeld de oostflank van Nederland als risicogebied voor vogels, zijn moeilijk op kaartniveau weer te geven.
  • Onjuist gebruik van de kaart: We hebben gemerkt dat de kaart regelmatig te ruimhartig wordt geïnterpreteerd. Zo worden zogenaamde ‘witte vlekken’ gezien als automatisch geschikte gebieden, terwijl dat niet per se het geval is.

Onze bijdrage aan de POVI: nadruk op ecologische afweging

In onze zienswijze op de Provinciale Omgevingsverordening (POVI) hebben we het belang onderstreept van een natuurinclusieve benadering bij het aanwijzen van zoekgebieden. We maken ons zorgen over het feit dat veel zoekgebieden in Limburg grotendeels zijn afgebakend op basis van vaste afstandsnormen, zonder ecologische onderbouwing.

Wij pleiten, op basis van onderzoek van TNO en Arcadis, voor een aanpak waarbij gewerkt wordt met geluids- en slagschaduwnormen én met ecologische afwegingskaders, zoals dat in buurlanden al gangbaar is. Daarbij hoort ook een minimale afstand tot gevoelige objecten, volgens hen:

  • 5 MW-turbine: 705 meter (3x tiphoogte), met een minimum van 470 meter
  • 8 MW-turbine: 840 meter (3x tiphoogte), met een minimum van 560 meter

We vragen aandacht voor de grensoverschrijdende effecten van windprojecten in België en Duitsland, die invloed kunnen hebben op Nederlandse natuurgebieden en migrerende soorten. Ook vinden we het essentieel dat bij ieder zoekgebied een gebiedsspecifieke ecologische risicoanalyse plaatsvindt én dat de cumulatieve effecten van bestaande en geplande windparken worden meegewogen.

Afwegingskader als alternatief in plaats van een (wind)kaart

Om bovenstaande zorgvuldig te kunnen beoordelen, werken wij met een inhoudelijk afwegingskader in plaats van een kaart. Dit kader is eerder met de provincie gedeeld en biedt houvast bij de afweging van geschikte en ongeschikte locaties.

Voorkeurslocaties:

  • Clusters bij bedrijventerreinen
  • Langs hoofdwegen en infrastructuur

Minder geschikte locaties:

  • Agrarische gebieden
  • Landschappen met hoge belevingswaarde

Uitsluitingsgebieden:

  • Natuurnetwerk Limburg, Groenblauwe mantel, Natura 2000
  • Binnen 10x tiphoogte van windmolens tot woonkernen
  • Gevoelige objecten (zoals zorginstellingen en scholen)
  • Vliegroutes van beschermde diersoorten
Toch interesse in de windkaart?

Voor beleidsmatige of inhoudelijke vragen kunnen we de windkaart op verzoek nog delen. Neem hiervoor contact op met Noa van Mulken.

 

 

Profiel Noa van Mulken

Noa van Mulken

Ruimtelijke ordening, natuur en landschap
Bereikbaar: Ma t/m do