

Zoeken
1 oktober 2013
De veestapel kan in Nederland 2 keer groter worden als in 2015 varkens- en pluimveerechten en het melkquotum worden afgeschaft. Het gevolg hiervan: een toename van 20 tot 50% extra stank en een steeds groter mestoverschot. Dit blijkt uit vandaag verschenen onderzoek van ARCADIS, in opdracht van Natuur & Milieu, Milieudefensie en De Natuur- en Milieufederaties.
,,Bovendien kunnen al die extra koeien, kippen en varkens leiden tot 500.000 voetbalvelden met mest, wat aanzienlijke risico’s voor de volksgezondheid en het milieu met zich meebrengt. Essentieel dat staatssecretaris Dijksma en de Tweede Kamer de veestapel blijft begrenzen,” aldus Sijas Akkerman, hoofd voedsel bij Natuur & Milieu.
Op dinsdag 1 oktober nemen staatssecretaris Dijksma en de Tweede Kamer een besluit over het afschaffen het maximaal te houden varkens en kippen in Nederland. Vanaf 2015 vervallen de melkquota. Nu al telt Nederland zo’n 12 miljoen varkens, bijna 100 miljoen kippen en zo’n 4 miljoen runderen waarvan 2 miljoen melkkoeien (2012, CBS). Uit het onderzoek van advies- en ingenieursbureau ARCADIS blijkt dat boeren flink kunnen uitbreiden als de plannen van Dijksma om dierrechten af te schaffen doorgaan. Het rapport trekt de volgende conclusies:
,,Juist de kleine boer wordt ernstig gedupeerd als de plannen van het kabinet werkelijkheid worden”, aldus Akkerman. ,,De melkprijs gaat omlaag wat leidt tot omzetverlies en mogelijk sluiting van het bedrijf. Ongeveer 60% van de melkveebedrijven is bijvoorbeeld kleinschalig en bezit minder dan 100 koeien. Alleen de grote, intensieve veehouderijen profiteren dus van afschaffing van het melkquotum en de dierrechten.”
Natuur & Milieu, Milieudefensie en De Natuur- en Milieufederaties roepen de staatssecretaris en de Tweede Kamer op om de dierrechten voor kippen en varkens te handhaven en voor koeien in te voeren. Beter kan de agrarische sector omschakelen naar nieuwe verdienmodellen waarin de kwaliteit centraal staat. Dit ligt in lijn met de lange termijn LTO agenda voor boeren: Beter produceren met minder energie, minder grondstoffen en minder emissies. ,,Zaken als een goede bodemkwaliteit, en veel aandacht voor dierenwelzijn en -gezondheid betalen zich terug, doordat koeien langer meegaan, minder medicijnen nodig hebben en minder kunstmest hoeft worden aangekocht. Bovendien zijn boeren dan minder afhankelijk van de grillen van de markt,” aldus Sijas Akkerman van Natuur & Milieu.