Biodiversiteit krijgt iets meer ruimte in Omgevingsvisie Limburg

8 februari 2021

Biodiversiteit krijgt iets meer ruimte in Omgevingsvisie Limburg

De Omgevingsvisie Limburg is eind vorig jaar in ontwerp gepubliceerd. Daarop hebben 277 overheden, stakeholders en burgers zienswijzen ingediend, waaronder de NMF Limburg. Deze zienswijzen hebben op verschillende onderdelen tot aanscherpingen geleid. Een belangrijk punt voor ons: in de visie ligt nu meer nadruk op ‘het behouden en vergroten’ van de biodiversiteit. Provinciale Staten nemen in de komende maanden een besluit over de wijzigingsvoorstellen.

Participatief proces

Naar verwachting treedt op 1 januari 2022 de nieuwe Omgevingswet in werking. Volgens deze wet moeten alle provincies op dat moment beschikken over een actuele Omgevingsvisie. De provincie Limburg is in 2018 gestart met het proces om te komen tot een opvolger van het POL 2014. In dialoog met gemeenten en stakeholders via o.a. (digitale) bijeenkomsten en twee schriftelijke vooroverlegrondes is een ontwerp-Omgevingsvisie Limburg opgesteld. Deze heeft van 7 september t/m 18 oktober vorig jaar ter visie heeft gelegen. Ook is via een burgerparticipatieproject aan inwoners van Limburg gevraagd mee te denken over de fysieke leefomgeving. Hoewel er in algemene zin veel waardering bestaat voor het gezamenlijk doorlopen participatietraject, is de NMF Limburg van mening dat met de inbreng van het burgerparticipatieproces weinig is gedaan. In de uiteindelijke beleidsvoornemens is de uitkomst van de burgerparticipatie niet of nauwelijks terug te vinden.

Op de ontwerp-Omgevingsvisie zijn 277 zienswijzen ingediend. Ook de NMF Limburg heeft, samen met Limburgs Landschap, Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten, uitgebreid gereageerd. Uiteraard na consultatie van haar achterban. Provinciale Staten (PS) buigen zich naar verwachting in april over de zienswijzen en wijzigingsvoorstellen van Gedeputeerde Staten (GS) en stellen de Omgevingsvisie Limburg vast. Daarmee ligt dan de langetermijnvisie (2030-2050) van de provincie voor de fysieke leefomgeving vast.

Weinig sturend

De NMF Limburg heeft in haar reactie aangegeven dat de Omgevingsvisie Limburg niet of nauwelijks keuzes maakt bij belangenstegenstellingen en daarmee ruimtelijk weinig sturend is. Er liggen veel verschillende opgaven (o.a. landbouw- en energietransitie, herstel biodiversiteit, circulaire economie, klimaatadaptatie), die allemaal veel ruimte vragen en die niet altijd met elkaar te verenigen zijn zonder natuur en landschap te schaden. Dat vraagt om het gezamenlijk oppakken van de opgaven en om heldere en scherpe keuzes, die onvoldoende gemaakt worden in de Omgevingsvisie. De provincie erkent dit ook in de Nota van Zienswijzen, maar wijst erop dat ze met het vaststellen van de Omgevingsvisie niet wil wachten op de uitkomsten van andere lopende beleidstrajecten zoals de RESsen en ontwikkelvisie voor de Luchthaven MAA. Veel daadwerkelijke keuzes en te nemen maatregelen worden doorgeschoven naar uitwerkingsprogramma’s (bijv. programma’s Bossen, Natuur, Water) en naar gebiedsgerichte uitwerkingen. Daarmee is de Omgevingsvisie een dynamisch document, dat als het nodig is op onderdelen kan worden aangepast.

Aanscherpingen

De provincie heeft n.a.v. de ingediende zienswijzen de Omgevingsvisie op een aantal punten aangescherpt. Zo zijn de treden van de zonneladder in de Omgevingsvisie verder verduidelijkt en is aangegeven dat de ladder een motiveringsplicht kent. De Limburgse zonneladder voor initiatieven voor het duurzaam opwekken van energie met behulp van de zon is nieuw, vergeleken met het POL 2014. Een ander voorbeeld van aanscherping van de tekst betreft de rol van de landbouw in de zogenoemde Groenblauwe mantel. Dit betreft een samenvoeging van de huidige Zilvergroene natuurzone en Bronsgroene landschapszone uit het POL 2014 (overigens zonder wijziging van het beschermingsregime). In de Groenblauwe mantel blijft de grondgebonden landbouw de belangrijkste functie en blijft de agrarische sector tevens de belangrijkste beheerder.

Ook is de ambitie op het thema Wonen en Leefomgeving verbreed naar een verbetering van de brede welvaart van de Limburgers en is er een stevigere koppeling gelegd met de aanpak van klimaatadaptatie (wateropvang, hittestress, vergroening) en het stimuleren van natuurinclusief en circulair bouwen. Zoals de NMF Limburg had gevraagd.

Natuurambitie opgeschroefd

We constateerden in het ontwerp een sterke onbalans; stimulering van de economie krijgt onevenredig veel aandacht vergeleken bij de bescherming en ontwikkeling van natuur en landschap. Typerend daarvoor is de ambitie voor het thema Natuur in de ontwerp-Omgevingsvisie: ‘het in standhouden van de biodiversiteit’. Terwijl algemeen bekend is dat de biodiversiteit de laatste jaren flink is achteruitgegaan. De NMF Limburg heeft in haar zienswijze dan ook sterk gepleit om de ambitie te verbreden naar ‘behouden en vergroten’ van de biodiversiteit. GS zijn daar uiteindelijk aan tegemoet gekomen. Dat is daarmee dan ook de belangrijkste tegemoetkoming van de provincie aan onze voorstellen. Meer natuur komt ook tegemoet aan de wens van een grote meerderheid van de respondenten van het burgerparticipatieproces. Ruim 68% vindt dat de natuurgebieden in Limburg meer ruimte moeten krijgen.

Landschap niet goed beschermd

Waar de (aangescherpte) Omgevingsvisie naar onze mening wel nog behoorlijk in tekort schiet, is de bescherming van het landschap. De ontwerp-Omgevingsvisie legt sterk de focus op het beschermen van de meest bijzondere landschappen in de provincie (zoals de Groenblauwe mantel, de Nationale Parken en het Nationaal Landschap Zuid-Limburg). Ondanks de planologische bescherming van deze gebieden zie je de laatste jaren een steeds verdergaande sluipende achteruitgang van de landschappelijke en ruimtelijke kwaliteit van deze gebieden. Denk aan grote landbouw- en opslagloodsen en bungalowparken in het Nationaal Landschap Zuid-Limburg. De landschappelijke kwaliteiten in de gebieden waar geen beschermingsregime op van toepassing is (de zogenaamde ‘witte’ gebieden) zijn als het ware ‘vogelvrij’. De kans op verrommeling is hier groot met alle gevolgen (verlies van aantrekkelijkheid van leefomgeving, ecologische waarde, toeristisch-recreatieve belevingswaarde) van dien. Ook het Milieueffectrapport Omgevingsvisie Limburg signaleert dit gevaar:

“Doordat het beleid van het thema landschap een focus heeft op het beschermen van waardevolle landschappen, bestaat voor de gebieden daarbuiten het risico dat geleidelijke, óók kleinschalige, ontwikkelingen zullen leiden tot een verdere verschraling van het historische landschap” (MER, blz. 101).

Uitwerkingen

Zoals gezegd zullen de beleidsvoornemens uit de Omgevingsvisie Limburg verder uitgewerkt gaan worden in verschillende programma’s, gebiedsgerichte uitwerkingen en de Omgevingsverordening Limburg. Belangrijke trajecten voor de NMF Limburg, omdat daarin concrete keuzes gemaakt en maatregelen genomen gaan worden en regels worden vastgelegd (Omgevingsverordening). De druk vanuit allerlei sectoren op de fysieke leefomgeving in Limburg is groot. De ruimte in onze provincie is beperkt en niet alles kan meer overal. De NMF Limburg zal zich dan ook het komend jaar samen met haar achterban inspannen om de belangen van natuur, milieu en landschap een volwaardige plek te geven bij de genoemde uitwerkings- en gebiedstafels.