Afscheidsinterview: Ton Hermanussen gaat met zijn nieuwe baan terug naar de roots

Afscheidsinterview:
Ton Hermanussen gaat met zijn nieuwe baan terug naar de roots

Na vier jaar aan het roer te hebben gestaan van de Natuur en Milieufederatie Limburg neem Ton Hermanussen binnenkort afscheid van de organisatie. Niet omdat hij er geen zin meer in had, maar omdat er een nieuwe uitdaging op zijn pad kwam. Vanaf 1 januari 2024 gaat hij aan de slag als gebiedsmanager voor Natuurmonumenten. Dat zijn nieuwe werkgebied deels overlapt met ‘zijn eigen achtertuin’ was voor de Brabander doorslaggevend bij het aannemen van de nieuwe functie. In dit interview blikt Ton terug op de afgelopen jaren bij NMF Limburg en vertelt hij over de uitdagingen, pijnpunten en behaalde successen.

22 december 2023

Als directeur van Brabantse komaf heb je vier jaar lang intensief met Limburgers uit allerlei geledingen samengewerkt. Hoe kijk je daar als relatieve buitenstaander op terug?

Ik denk dat dat wel een soort bijzondere ontdekkingstocht was. Ook omdat ik ontdekt heb dat je echt onderscheidende gebieden hebt in Limburg. De cultuur, de manier van met elkaar omgaan, de taal, maar ook de taal achter de taal, is in het heuvelland anders dan rond de Meinweg en weer anders in de Peel-streek. Dat is ook wel geschiedkundig verklaarbaar. Kijk je naar de Peel, dan zie je dat ze daar van oudsher gewend zijn om hard te moeten werken in moeilijke omstandigheden. Ook zijn inwoners van Noord-Limburg veel meer op Gelderland en Brabant georiënteerd. Niet in de laatste plaats omdat ze vinden dat ze te weinig gehoord en gezien worden door het provinciehuis.

Wat ik echt als een cadeautje heb ervaren is om te ontdekken hoe landschappelijk divers Limburg is. Je hebt hier nagenoeg alle landschapstypen, behalve de duinen en de zee. Deze provincie heeft eigenlijk alles in huis en die gevarieerdheid is ook haar kracht. Tegelijkertijd constateer ik dat voor grote delen van Limburg geldt dat met het landschap zeer onzorgvuldig is omgegaan. Of het nou de industrie is, de wegenbouw, de XXL-dozen of de impact van agrarische bebouwing op kwetsbaar buitengebied. Daar ben ik echt wel van geschrokken. Je moet toch wel door een hoop bagger heen voordat je bij het heuvelland bent.

Is het in Limburg erger dan in andere provincies?

Nou ja, als je kijkt naar Drenthe, Friesland, Groningen of de Achterhoek bijvoorbeeld? Daar zijn ze veel zorgvuldiger omgegaan met het landschap. Ik denk dat men in Limburg pas vrij laat de duurzame kwaliteit en bijzonderheid van het landschap heeft onderkend en omarmd. Kijk naar de Sint-Pietersberg die is afgegraven of de vele plassen rondom Roermond, toch gewoon een gatenkaas van diepe grind- en zandwinning. Dat zijn ingrepen in het landschap die je niet meer kunt herstellen.

Inmiddels staat het landschap gelukkig weer op de agenda, mede omdat de NMF Limburg zich hier erg voor heeft ingespannen. Dat er nu weer landschapsecologische analyses gemaakt moeten worden, waarbij bodem en water sturend zijn, vind ik hoopgevend. Maar kennelijk moet het eerst goed misgaan, voordat het bewustzijn er is dat het anders moet en kan. Een pijnlijk voorbeeld uit mijn periode is dat vliegveld Beek (MAA) nog steeds open is, waarbij je echt kunt stellen dat die keuze puur en alleen vanuit economisch perspectief en niet vanuit de gezondheid van mens, dier en plant is gemaakt. Een ander hoofdpijndossier is VDL Nedcar, waar een stuk natuur is vernietigd, terwijl de toekomst voor het bedrijf op dat moment al onzeker was. Ik zou Limburg gunnen dat we duurzamere en meer toekomstbestendige oplossingen bedenken. Het VDL-terrein bijvoorbeeld biedt in zijn huidige vorm een enorm potentieel voor bedrijvigheid op het vlak van circulaire economie. We moeten ons echt afvragen of we daar nog auto’s willen produceren of beter kunnen omschakelen naar activiteiten die bijdragen aan een circulaire samenleving.

Hoe heb je de Limburgse bestuurscultuur ervaren?

Waar ik me het meest over heb verbaasd is dat er in Limburg eigenlijk helemaal niet zoveel keuzes worden gemaakt. Zeker in vergelijking met provinciebesturen in Brabant of elders in het land. Terwijl daar lastige knopen worden doorgehakt, blijft men in Limburg toch lang wikken en wegen. Neem bijvoorbeeld stikstof. Toen ik vier jaar geleden begon, was er de PAS-uitspraak en eigenlijk is er sinds die tijd niet zo gek veel gebeurd om het stikstofoverschot in onze provincie terug te dringen. En als we niet opletten, dan is het over een tijdje gewoon van de agenda af omdat het er zogenaamd niet zou zijn. Ik vind dat toch wel een van de grootste zorgpunten op dit moment in de politiek, dat er geen keuzes worden gemaakt. Niet alleen in Limburg trouwens, ook landelijk. Tegelijkertijd zie ik wel dat er iets gaande is, dat er verandering in de lucht hangt. Zo is er groeiende weerstand tegen de verdozing van het landschap en de recreatieve druk op het heuvelland. Ook maken steeds meer inwoners zich zorgen over klimaat, droogte en waterkwaliteit. Dat in de particuliere sector veel mensen zijn overgestapt op zonnepanelen bijvoorbeeld, vind ik een interessant gegeven. We staan aan het begin van een transitieperiode en niemand weet hoelang die duurt. Maar er is eigenlijk ook geen weg terug meer met de wetenschap en de bewustwording van nu. Dat vraagt ook om een verandering van bestuurscultuur. En mijn hoop is dat naar de toekomst toe niet ‘haalbaar en betaalbaar’ de belangrijkste criteria zijn op basis waarvan keuzes gemaakt worden. In dat kader vind ik onze nieuwe besluitWIJZER echt een heel mooi ding hè? Dat is een set van zeven vragen op basis van het principe ‘Do No Significant Harm’. Kun je alle vragen positief beantwoorden dat profiteert onze leefomgeving daarvan. En lukt dat niet, dan hoef je ook niet na te denken over de betaalbaarheid.

 

Je maakt binnenkort de overstap naar Natuurmonumenten en gaat daar aan de slag als gebiedsmanager. Wat verwacht je van je nieuwe functie?

Wat ik verwacht is dat ik daar veel gerichter bezig kan zijn met natuur en landschap. Niet alleen met bestaande natuur, maar met name ook met de uitbreiding in Noordoost-Brabant, Noord-Limburg en het zuidelijkste puntje van Gelderland. Verder ben ik vooral nieuwsgierig naar hoe de organisatie van binnenuit werkt. Natuurmonumenten heeft een verenigingsmodel met leden en commissies die een belangrijke stem hebben. Hoe laveert zo’n organisatie in het speelveld van diverse en soms tegenstrijdige belangen? Neem alleen al het feit dat de natuurgebieden vaak grenzen aan boerenland. Ik ben benieuwd hoe de bedrijfsvoering aan beide kanten van de grens elkaar beïnvloedt. Dat levert vast interessante gesprekken op.

Als je kijkt naar de landelijke doelen voor de realisatie van extra natuur en bos in de komende tien, vijftien jaar, dan verwacht ik dat daar ook fors wat energie op gezet wordt door een organisatie als Natuurmonumenten. Daarbij is het denk ik van belang om ook buiten de eigen natuurgebieden te werken aan het vergroten van de biodiversiteit. Want we gaan het alleen redden als we verbindingen weten te leggen en ook de rest van Nederland natuurrijker maken. Als gebiedsmanager mag ik me daar als een soort vooruitgeschoven post mee gaan bemoeien binnen het bestuurlijke netwerk. Niet alleen in de rol van natuurbeschermer, maar ook als aanjager van natuurontwikkeling in aangrenzende gebieden.

Maakt die concrete focus op natuurontwikkeling deze functie voor jou ook aantrekkelijk?

Zeker, ik hoop over tien jaar te kunnen zeggen, kijk dit zijn concrete resultaten. Laten we een stukje wandelen door dit nieuwe natuurgebied en kijk hoeveel meer loofhout er in dit bos staat. Wat ook meespeelt is dat we in de afgelopen vier jaar de koers hebben verlegd binnen de NMF Limburg. Ik realiseerde me dat als we het milieu in Limburg op orde willen krijgen, onze focus moet liggen op landbouw, industrie, water en uiteindelijk ook circulaire economie. Dus daar hebben we flink op ingezet en ook expertise voor aangetrokken. Deze koerswijziging zorgde er wel voor dat ik wat afdreef van mijn oorspronkelijke drive als natuurbeschermer. Ergens was bij mij twijfel ontstaan of ik op termijn als boegbeeld van de organisatie maar ook als sparringpartner binnen het team nog wel voldoende meerwaarde kon bieden.

En dan is er nog een ander aspect. Ik woon in het land van Cuijck, een prachtige omgeving waar ik nu veel te weinig kom omdat ik altijd aan het werk ben. Als er dan een functie voorbijkomt waarbij je in je eigen achtertuin aan de slag kunt gaan, ja, hoe mooi is dat?

 

Wat heb je als de grootste uitdaging ervaren tijdens je werkperiode?

Dat is toch wel de zoektocht van hoe je nou daadwerkelijk beleid kunnen beïnvloeden in de richting van een meer natuurrijk, milieuvriendelijk en circulair Limburg. Het constant jezelf afvragen, moet ik het op inhoud gooien, moet ik het via de media spelen, moet ik koffie gaan drinken bij de gedeputeerde? Moeten we zelf met een voorstel komen? Dus steeds de vraag welke aanpak het beste gaat werken, dat is op de inhoud wel de grootste uitdaging.

Wat ik ook wel spannend vond in het begin, was het feit dat ik stokje overnam van een directeur die heel Limburg op zijn duimpje kent en inhoudelijk erg goed in de dossiers zat. Ik had ook het idee dat die grote dossierkennis door de buitenwacht verwacht werd. Nu merk ik zelf dat ik na vier jaar de meeste dossiers ook inhoudelijk best wel in mijn hoofd heb zitten. Dus je groeit kennelijk toch wel in zo’n rol.

 

De afgelopen jaren is de samenstelling van het team NMF Limburg behoorlijk veranderd. Hoe staat het team er nu voor?

Binnen het team heb ik vooral een coachende rol aangenomen als leidinggevende. Dat heeft er denk ik wel aan bijgedragen dat we nu sterker staan, meer samenwerken en beter weten wat we aan elkaar hebben. Dat is zeker niet alleen mijn verdienste, maar ik ben wel blij met de ontwikkeling die het team heeft doorgemaakt. Dus ik heb er eigenlijk alle vertrouwen in dat we met de huidige samenstelling ons jaarprogramma en de plannen voor 2024 prima kunnen uitvoeren. En inderdaad, mede door natuurlijk verloop is het team nu aanzienlijk jonger dan een paar jaar geleden. Maar ik zie wel een evenwichtige balans in de karakters en kwaliteiten en vooral een gezamenlijke gedrevenheid om te werken aan onze doelen en activiteiten. Ook goed om te benoemen dat we als organisatie veel meer zijn dan het team, want we werken intensief samen met de vele vrijwilligers in onze achterban. Met projecten als Boer&Buur met natuur, Natuurkracht, energieboswachters en klimaatambassadeurs kunnen we onze slagkracht enorm vergroten.

 

Waar ben je uiteindelijk het meest trots op?

De afgelopen vier jaar heb ik ervaren als een knap woelige, ingewikkelde periode. Door allerlei factoren zoals corona, de veranderingen in het team, bestuurlijke wisselingen, maar ook de besluiteloosheid van overheden. En als ik dan nu zie dat we er als NMF Limburg eigenlijk beter en stabieler zijn uitgekomen, dan ben ik daar best trots op. We hebben in lastige omstandigheden onze positie verder versterkt en in alle chaos toch een soort van rust behouden. Dat was echt wel hard werken, maar het resultaat mag er denk ik zijn.

 

Volgens de Keltische bomenhoroscoop ben jij een echte Walnoot met als kenmerken enthousiast, volhardend en hartstochtelijk. Waar werd je nou het meest enthousiast van in je werk? En wat deed jouw takken krommen?

Als het ons lukt om te zorgen dat de milieudrukfactoren afnemen en iedereen daarvan doordrongen is, dan leveren wij een goede bijdrage aan Limburg. De natuur weer wat verder ontwikkelen, daar kan ik heel enthousiast van worden en mede om die reden maak ik nu de overstap naar Natuurmonumenten. Het meest tenenkrommend vind ik het spel dat gespeeld wordt, waardoor er constant weer redenen zijn om niet tot besluitvorming te komen. Of waarmee besluitvorming wordt uitgesteld. Neem het klimaat, in de jaren ’70 en ’80 had Shell al rapporten liggen waaruit blijkt dat de uitstoot van fossiele brandstoffen nadelig is en tot klimaatverandering leidt. En tot op de dag van verschijnen er ‘studies’ waaruit het tegendeel zou blijken. Dat constant zand in de ogen strooien als een uitkomst je niet zint en daarmee de zaak traineren, dat vind ik wel het meest lastige aan ons werk.

 

Heb je nog tips voor je opvolger?

Eerste tip: blijf jezelf. Hoe dichter je bij jezelf blijft, hoe authentieker je als leidinggevende bent en hoe meer er ook van je gepruimd wordt, haha. Als ik naar mezelf kijk dan denk ik wel te beschikken over leidinggevende kwaliteiten, maar daarnaast breng ik vanuit mijn persoonlijkheid natuurlijk ook een hoop andere dingen mee. Door open en eerlijk te zijn over zowel je sterkten als je zwakten, krijg je veel sneller de hulp die je nodig hebt om je werk goed te kunnen doen. Dat heb ik echt zo ervaren binnen het team. En dat sluit mooi aan bij mijn tweede tip: durf te vertrouwen op de kwaliteiten van het team. Dus niet te veel willen sturen en controleren, maar eerder coachen en verder helpen. De derde tip: wees fel op de inhoud, maar wel omgevingsbewust. En dan niet zo zeer rekening houden met, maar wel oog hebben voor de diverse belangen die er spelen. Zo ben ik me er zelf altijd goed van bewust wat mijn inbreng bij andere stakeholders aan tafel kan oproepen. Dit wil niet zeggen dat je het niet moet zeggen. Integendeel, opkomen voor onze doelen staat voorop. Maar om succesvol te zijn moet je weten in wel speelveld je je bevindt. Zolang wij er als NMF Limburg voor kiezen om een constructieve partner aan tafel te zijn, dan is een van je opgaven om te zorgen dat je aan die tafel blijft zitten. Anders kun je beter een actiegroep beginnen, die overigens ook heel waardevol en nodig zijn. En dan nog een laatste advies aan mijn opvolger: zoek een balans tussen dingen die energie kosten en die energie geven. Bij overleggen zit ik me toch vaak te ergeren omdat je voor de zoveelste keer moet vertellen dat we de waterkwaliteit zo niet gaan halen. En dat met nog een extra lozingsvergunning erbij we er cumulatief op achteruit gaan. Niet te veel in het negatieve blijven hangen, daar moet je zeker in dit werkveld echt waakzaam voor zijn.